Spuitboren

Het geheel van boorstangen en boorbeitel wordt ofwel roterend (roterend spuitboren) ofwel met op- en neergaande bewegingen (niet-roterend spuitboren) de grond ingebracht. Zolang er met een pomp onder druk water door de boorstangen wordt gepompt (van maaiveld richting de boorbeitel), kan een redelijk stabiel open boorgat in stand worden gehouden. Het werkwater wordt met deze boortechniek meestal niet hergebruikt, maar vloeit af naar bijvoorbeeld een (gegraven) bassin, het riool of naar open water. Typisch voor spuitboren is ook dat er geen toeslagstoffen worden gebruikt. Het boorgat wordt ook niet continu vol met water gehouden; na het boren worden de holle boorstang of de spuitlans uit het boorgat gehaald (of de pomp uitgezet) en valt de waterdruk weg in het boorgat waardoor er geen zekerheid meer is dat het boorgat netjes open blijft staan. Niet-cohesieve bodemlagen (zoals zand en grind) zullen na het wegvallen van de waterdruk vrij snel dichtvloeien of instorten, waardoor het boorgat niet meer netjes aangevuld kan worden.

Projecten